Het klooster Maria Laach ligt in de buurt van Koblenz. Het is een welkome tussenstop op een autoreis naar de Alpen. Het ligt namelijk maar twee kilometer van de Autobahn verwijderd en is een oase van rust.
De naam Laach is afgeleid van het oudduitse woord “lacha”, wat ‘meer’ betekent (denk aan ‘lac’ in het Frans en ‘loch’ in het Schots). Het ligt dan ook aan een vrij groot meer, de Laacher See (wat dus een beetje dubbelop is).
Geschiedenis van Maria Laach
De geschiedenis van de benedictijnenabdij van Maria Laach gaat terug tot het jaar 1093 toen het klooster door Pfalzgraf Heinrich II. von Laach werd opgericht. In de beginjaren was er een innige relatie met de abdij van Affligem in Vlaanderen. Rond het jaar 1100 lag het grondplan van de huidige abdijkerk al vast. In 1230 werd de bouw voltooid toen er aan de westzijde nog een vierkante voorhal met binnentuin werd gebouwd. Tegenwoordig is daar de leeuwenbron te zien (die staat er pas sinds 1928).
Vanaf 1802 had het gebouw geen kloosterfunctie meer, maar in 1893 kwamen de monniken weer terug. Vanuit de abdij van Beuron (Zuid-Duitsland) werd Maria Laach weer bevolkt, tot op de dag van vandaag.
Wie in Maria Laach rondwandelt zal meteen opmerken dat er veel andere dingen te beleven zijn. Naast de parkeerplaats begint het al, met een biologische winkel en een snackkiosk. Op het terrein zelf vind je een beeldentuin, een winkeltje met kloosterproducten, een prachtig tuincentrum (foto onder), een hotel, een boekhandel en een pfff… Maria Laach is een toeristische plek geworden! Oh ja, je kunt er ook bootjes huren voor tochtjes op het meer. In de weekenden wemelt het er van de mensen, maar toch hebben de monniken blijkbaar een manier gevonden om hun dagelijkse routine vol te blijven houden.
Het volk van Laach.