Een plant die je in Nederland overal in de bermen aantreft is de Paarse Dovenetel (Lamium purpureum). Deze éénjarige plant bloeit van februari tot november en kan 10 tot 30 centimeter hoog worden. Als je van dichtbij kijkt zie je dat de gekartelde bladeren dichtbehaard zijn, net als bij zijn ‘neef’ de brandnetel. Het verschil is dat je de dovenetel gerust kunt beetpakken zonder je te prikken. Dit is meteen de verklaring van de naam (deze netel is ‘doof’, doet je niks).
Geneeskrachtige eigenschappen:
De plant heeft ook geneeskrachtige eigenschappen. Een aftreksel van de Paarse dovenetel is goed tegen bloedingen, verse gekneusde blaadjes kunnen aangebracht worden bij snijwondjes. De plant heeft een hoog ijzergehalte, veel vitaminen en veel vezels. De geneeskrachtige thee is heel laxerend en versterkend. Voor de chaoten onder ons is er ook goed nieuws, de dovenetel helpt je om je gedachten te ordenen en helpt je om beter op te ruimen. Doe er je voordeel mee!
De verklaring van de wetenschappelijke naam:
Lamium is afgeleid van het Griekse woord lamos (muil of keelgat) en heeft betrekking op de muilvormige bloemkroon. Purpureum betekent ” purperkleurig”.
Meer bijzonderheden over de Paarse Dovenetel:
- De plant heeft een onaangename geur.
- De zaden worden onder andere door mieren verspreid.
- In zachte winters is de Paarse dovenetel ook bloeiend te vinden in akkerranden en langs stoepranden.
- Omdat de plant al zo vroeg in het jaar bloeit maken de hommelkoninginnen graag gebruik van de nectar in de bloemen.
- Groeit op akkers, in (moes)tuinen en in bermen.
- In korte tijd kan de plant hele tapijten vormen, waardoor andere planten geen kans meer krijgen.
- De blaadjes van (alle) dovenetels zijn eetbaar. Pluk vooral de jonge blaadjes en meng ze onder de sla. Wel opletten dat je de plant plukt op een schone plaats natuurlijk. Hier vind je meer over de eetbare Paarse dovenetel.
- In andere talen:
- Frysk: Pearse dôvenettel
- English: Red Dead-nettle (Purple Dead Nettle) of Red Henbit
- Français: Lamier pourpre
- Deutsch: Rote Taubnessel
- Nederlandse volksnamen: ‘de Rode Aartsengel’, makke brandnetel, dannetel
Verspreiding: In bijna heel Europa en in Zuidwest-Azië. Ingeburgerd in Noord-Amerika, Nieuw-Zeeland en Japan.