De Schorpioenvlieg, het vogelbekdier van het insectenrijk

schorpioenvlieg

Je kent ‘m wel uit Australië, het Vogelbekdier: snavel van een vogel, het lijf van een buideldier en de staart van een bever. Maar wist je dat er dichtbij huis een kleurrijke tegenhanger bestaat? De Schorpioenvlieg. Een tropische verschijning met de kop van een vogel, het lijf van een insect en de staart van een schorpioen. 

De Schorpioenvlieg ziet er van dichtbij behoorlijk gevaarlijk uit, vooral het mannetje met zijn felrode schorpioenstaart. Tel daarbij de puntige bek en het monsterlijke lijfje en je loopt al snel een straatje om. Geheel ten onrechte, want het is een vredelievend beestje. De rode krulstaart wordt alleen maar gebruikt tijdens het paringsritueel. Net als bij de Dansvlieg biedt het mannetje het vrouwtje een prooi aan om haar gunstig te stemmen tijdens de paring.

Schorpioenvliegen voelen zich het meeste thuis in vochtige bossen waar ze leven van plantenresten en dode insecten. Die laatste halen ze soms met ware doodsverachting uit het web van een spin.

Een paar feitjes over de Schorpioenvlieg:

  • In Nederland komen 4 soorten voor, die je uit elkaar kan houden met dit schema.
  • Het vrouwtje legt haar eitjes in de bodem. De larven die eruit komen lijken op rupsen.
  • Ze hebben een ‘neef’ met veel gelijkenissen (maar zonder vleugels) die je vooral in de winter ziet: de Sneeuwspringer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *